Nieuwe afstandseis voor het plaatsgebonden risico LPG-tankstations op komst

Auto’s die op autogas rijden, tanken bij LPG-tankstations. Vanwege veiligheidsrisico’s die gepaard gaan met het gebruik van LPG, moet er voldoende afstand zijn tussen LPG-tankstations en woningen en andere kwetsbare gebouwen. In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) zijn hiervoor veiligheidsafstanden vastgelegd.

Voor LPG-tankstations met een jaarlijkse doorzet tot 1.000 m3 geldt op dit moment een minimale afstand van 35 meter vanaf het vulpunt van het station. Dit betekent dat het punt waar de tankwagens LPG overbrengen naar de tanks op het station minimaal 35 meter verwijderd moet zijn van onder anderen woningen. Vanwege recente veiligheidsherzieningen wordt deze minimale afstand in de nabije toekomst verhoogd naar 45 meter. Deze wijziging heeft belangrijke consequenties voor de ruimtelijke ordening en planning van nieuwe kwetsbare gebouwen, zoals woningbouwontwikkelingen in de buurt van LPG-tankstations. 

Wijziging meewegen

De verhoging van de afstandseis betekent dat bij nieuwe woningbouwontwikkelingen in de omgeving van LPG-tankstations rekening gehouden moet worden met de verhoogde minimale afstand van 45 meter. Dit kan voor bepaalde locaties betekenen dat woningbouwplannen niet langer haalbaar zijn of dat er aanpassingen in de planning nodig zijn om te voldoen aan de veiligheidsnormen. Het is daarom van belang dat gemeenten en ontwikkelaars deze wijziging in de wetgeving meewegen bij het ontwikkelen van nieuwe kwetsbare gebouwen, in de nabijheid van bestaande of geplande LPG-tankstations.

Mogelijke saneringssituatie

Daarnaast kunnen LPG-tankstations die zich op locaties bevinden waar de veiligheid niet meer gegarandeerd kan worden, of waar de verhoogde afstandseisen niet nageleefd kunnen worden, mogelijk in een saneringssituatie terechtkomen. Het is daarom van belang dat gemeenten en eigenaren van LPG-tankstations actief plannen maken voor deze mogelijke scenario’s, zodat onvoorziene saneringen in de toekomst voorkomen kunnen worden en de ruimtelijke ordening tijdig kan inspelen op nieuwe veiligheidsnormen.